Voor welke prijs?Thomas Sowell, Townhall, 30 juli 2002 Nu we allemaal opgelucht ademhalen na de redding van de mijnwerkers die vast zaten in de mijn van Somerset, Pennsylvania, kunnen we ons misschien eens afvragen waarom mannen naar zulke gevaarlijke plaatsen afdalen om de brandstof voor onze economie te delven. Steenkool kost meer dan dollars en centen. Ze kost ook gevaar en mensenlevens. Dat geldt eveneens voor andere manieren om onze huizen en fabrieken van energie te voorzien. Stuwdammen kunnen barsten en hele woongebieden wegspoelen. Olielekken kunnen grote land- en zee-oppervlaktes vervuilen, of vuur vatten en de lucht vervuilen. Kernenergie heeft ook zijn gevaren, zoals Chernobyl aantoonde. Te vaak focussen individuen, organisaties en bewegingen zich op één bepaalde soort kostprijs of gevaar en proberen deze met alle middelen te vermijden. Maar hoeveel mijnwerkers zijn we bereid op te offeren om de rendieren nabij de Alaskaanse oliereserves niet te storen? Of om de delicate gevoelens te ontzien van ecologisten die gekant zijn tegen olieboringen die zij noch 99 procent van de bevolking ooit zullen zien? Kinderen kunnen hun zinnen zetten op één ding en kwaad worden als ze het niet krijgen, of het niet meteen krijgen. Maar het kenteken van volwassenheid is het afwegen van het ene tegen het andere in een onvolmaakte wereld. Een volwassene die voor- en nadelen afweegt kan niet eisen dat kernenergie "veilig" is omdat niets op de hele wereld 100% veilig is. De enige zinvolle vraag is: vergeleken met wat? Vergeleken met het delven van steenkool of het stoken van olie? Vergeleken met stuwdammen? Vergeleken met het zonder stroom vallen en het hebben van black-outs? Het eisen van "zuivere" lucht en "zuiver" water is zoals het eisen van "veilige" energiebronnen. Zoiets bestaat niet. Er is lucht en water met grotere of kleinere hoeveelheden van andere elementen of verbindingen, waarvan sommige een uiteenlopende hoeveelheid gevaar inhouden die kan verwijderd worden met uiteenlopende kosten. Sommige van deze elementen en verbindingen zijn gevaarlijke stoffen die grotendeels kunnen verwijderd worden tegen relatief lage kosten. Maar het verwijderen van die laatste uiterst kleine fractie verontreiniging kan enorme kosten vergen om steeds geringere, of zelfs betwistbare, gevaren te vermijden. Sommige stoffen die dodelijk kunnen zijn in hoge concentraties kunnen gemakkelijk door de natuurlijke afweringsmechanismen van ons lichaam bestreden worden wanneer er slechts minieme hoeveelheden in lucht of water aanwezig zijn. Jammer genoeg lenen zulke complicaties zich niet voor politieke slogans of voor ideologische kruistochten van ecologische zeloten die absolute "veiligheid" eisen. Politici zwichten voor zulke mensen, vooral tijdens verkiezingsjaren, zoals de Californische gouverneur Gray Davis deed door strengere uitstootnormen goed te keuren voor auto's die in Californië verkocht worden. Aangezien er geen manier bestaat om brandstof te verbranden zonder uitstoot, is het mantra van "lagere emissienormen" een blanco check voor eindeloze escalaties van kosten voor het verwijderen van steeds kleinere gevaren. De meest bedrieglijke van deze lagere emissiedoelstellingen is deze voor het produceren van elektrische wagens, die helemaal geen uitstoot hebben omdat de vervuiling gebeurt waar de elektriciteit wordt geproduceerd, in plaats van in de auto's waar ze wordt gebruikt. Maar de emissies worden nog steeds geproduceerd. Echte zeloten zeggen dat "als het slechts één mensenleven redt," elke maatregel in naam van de veiligheid opweegt tegen de kosten, ongeacht hoe hoog die zijn. Maar wat als deze kosten andere mensenlevens omvatten? Welvaart redt levens. De mijnwerkers die vast zaten in de mijn van Pennsylvania zouden gestorven zijn in vele derdewereldlanden, omdat de dure technologie en de specialiseerde redders daar gewoonweg niet zijn, en er nooit op tijd zouden geraakt zijn via de aardewegen of doorheen de oerwouden. Een aardbeving die een dozijn mensen doodt in Californië kan honderden mensen doden in een minder welvarend land en duizenden in een echt arm land. Niet alleen maakt welvaart het mogelijk gebouwen en andere structuren te bouwen die beter bestand zijn tegen aardbevingen, ze zorgt ook voor geavanceerder reddingsmaterieel en beter uitgeruste ziekenhuizen met hoger opgeleid personeel om de gewonden te verzorgen. Praatjes zijn goedkoop, zegt men. Maar een bepaalde soort politieke retoriek kan zowel geld als mensenlevens kosten. Bron: At What Cost? |