Home  |  Artikels  |  Citaten


Fossiele brandstoffen krijgen toch ook subsidies, niet?


Roger Helmer, 7 april 2013 


We weten dat er waanzinnig hoge subsidies naar hernieuwbare energie gaan. De subsidie per kWh die ik krijg voor mijn kleine huishoudelijke installatie van zonnecellen is vijf keer hoger dan de kost voor het produceren van dezelfde kWh in een conventionele energiecentrale. Windparken krijgen gigantische subsidies. David Camerons schoonvader, Sir Reginald Sheffield, ontvangt niet minder dan £350.000 per jaar voor acht turbines op zijn landgoed te Bagmoor in Lincolnshire.

Maar zodra we deze argumenten aanhalen repliceren de Groenen met de bewering dat "fossiele brandstoffen meer subsidies krijgen dan hernieuwbare energie". En ze lijken over aanzienlijke ruggesteun te beschikken voor deze stelling.

Niemand minder dan het IMF stelde in een recent rapport dat in 2011 tot $480 miljard subsidies uitgekeerd werden voor petroleumproducten, elektriciteit, aardgas en steenkool. Dat is hoe dan ook een enorm bedrag.

Maar toch klopt er hier iets niet. Elke keer dat ik mijn auto voltank gaat er zo'n 60% naar de overheid. Dat is geen subsidie. Dat is een belasting en nog geen kleine ook.

Het loont dus de moeite om eens te kijken hoe het IMF subsidies definieert. Om te beginnen worden subsidies in olieproducerende landen zoals Saoedi-Arabië en Nigeria meegerekend. Nu kan het best zijn dat sommige van deze landen beslissen om hun burgers goedkope brandstof te gunnen. Maar in een vergelijking tussen hernieuwbare energie en fossiele brandstoffen in Groot-Britannië of Europa is dit totaal irrelevant.

Ten tweede; wanneer een land een lagere belasting heft, bijvoorbeeld 5% op stookolie in plaats van het normale tarief van 20%, beschouwt het IMF het verschil van 15% als een subsidie. Een subsidie! Het klinkt meer als een belasting voor mij. En natuurlijk is het een belasting, en helemaal geen subsidie.

Maar het wordt nog erger. Het IMF argumenteert dat overheden een extra taks zouden moeten heffen voor het dekken van "externaliteiten", een chic woord voor de schade die de CO2-uitstoot zou toebrengen aan de planeet. Het IMF schat deze schade op $25 per ton CO2. En op basis hiervan besluit het dat de impliciete subsidie van fossiele brandstoffen een duizelingwekkend bedrag bereikt van $1,4 biljoen (jawel, dat is biljoen met een B). 1,4 miljoen miljoen dollar.

Maar de "schade" die veroorzaakt wordt door CO2 is volledig speculatief. Er is geen bewijs dat het werkelijk schade berokkent, maar er is overvloedig bewijs dat het goed is voor het verhogen van landbouwopbrengst en vorming van biomassa. Zoals ik onlangs schreef vallen er in Engeland meer doden door de kou dan door de hitte, dus als - ALS - CO2 temperatuurstijgingen veroorzaakt, dan spaart het ook levens. En er is de laatste 17 jaar hoe dan ook geen opwarming van de aarde. Of zoals ik het onlangs uitdrukte op een schoolparty in Brussel: "Er is tijdens jullie leven geen opwarming van de aarde geweest."

Dus laat ons de Saoedische politiek van goedkope brandstof voor zijn burgers schrappen. Schrap de foutieve classificatie van een lagere belastingsvoet als een "subsidie". En schrap de volledig speculatieve "externaliteiten". Wat overblijft is de waarheid.

Hernieuwbare energie wordt gesubsidieerd op niveaus die grenzen aan het obscene. Dit jaagt de energieprijzen omhoog, brengt onze economie en competitiviteit in gevaar, kost jobs en welvaart, drijft huishoudens en gepensioneerden in energie-armoede. Ondertussen worden fossiele brandstoffen, behalve in een paar olieproducerende landen, helemaal niet gesubsidieerd. Ze worden belast. En uitermate zwaar belast, zelfs.

Bron: Fossil fuels get subsidies too, don’t they?



Home  |  Artikels  |  Citaten